De Surinaamse Letitia woont in de Opvang Anderlechtlaan van HVO-Querido voor ongedocumenteerden. Zij is welbespraakt en strijdbaar, ‘deze zwarte vrouw kan alles hebben,’ zegt ze zelf, maar onrecht verdraagt ze niet en ze legt zich dan ook niet neer bij haar huidige, kwetsbare positie.
Letitia Valpoort (1955) is geboren in Moengo, destijds een bauxietstad in het oosten van Suriname. ‘Mijn vader werkte bij C. Kersten & Co, dat was van oorsprong een christelijke firma, opgericht door een Duitser van de Evangelische Broedergemeente, Hernhutters werden die genoemd. Ik was de oudste van vier, inmiddels drie, kinderen. Toen ik nog jong was verkochten mijn ouders de boel en verhuisden we van het platteland naar de stad.
Gemoedelijk
Wij woonden in het hartje van Paramaribo. Daar heb ik mijn kinder- en tienerjaren doorgebracht en daar heb ik fijne herinneringen aan. Het was gezellig en gemoedelijk. Ik denk met warme gevoelens terug aan mijn kinderjaren.
Groente en fruit, en eigenlijk al ons eten, kocht je gewoon langs de weg van boeren die met hun waren naar de stad kwamen. Wij kochten nooit een ei, wij hadden kippen. Ons huis had geen badkamer en geen wc. Dat was toen heel gewoon, bijna niemand had dat. We hadden buiten een hokje. Daar stond altijd een grote emmer water en met een leeg blikje of een kalebas gooide je water over je heen.
Delen
Wij waren niet rijk, maar ook niet arm. Wij hadden genoeg. Elke zondag kwamen er arme mensen bij ons en die kregen dan eten. Ze kregen ook de kleren die wij niet meer droegen. Ze liepen altijd blootsvoets en ze roken beslist niet fris. Ik weet nog goed dat ik op een keer “ga weg” tegen die arme kinderen heb geroepen. Het was de enige keer dat ik mijn oma echt boos heb gezien. “Dat wil ik nooit, maar dan ook nooit meer horen,” zei zij. Je moest delen en omzien naar anderen. Dat heeft diepe indruk op mij gemaakt.
Mijn vader had een opleiding tot verpleegkundige gedaan en werkte inmiddels in een verzorgingstehuis. Mijn moeder deed was- en strijkwerk voor andere mensen.
Veel Nederland
Je moest in die tijd zelf je schoolgeld en schoolboeken betalen. Het onderwijs was volledig gestoeld op Nederlandse basis. Ik herinner me Het wijde leven, deel 7, dat was een leesboek voor de christelijke school. Er was een verhaaltje of rijmpje over Pieter die geen korstjes lustte, dat weet ik ook nog goed.
Wij leerden alles over Nederland. Bijvoorbeeld over de watersnoodramp in 1953. We moesten elke maandag een cent of twee centen mee naar school nemen voor de slachtoffers van die ramp. Er was zelfs een liedje voor. [Letita barst in zingen uit] “Ach, kinderen vergeet toch je maandagcentjes niet.”
Weinig Suriname
Over Suriname leerden we niks. Over het Brokopondostuwmeer leerden we bijvoorbeeld alleen dat de Nederlandse ingenieur Blommestein het had gegraven. Punt.
Wij mochten thuis vroeger geen Sranantongo spreken, dan kreeg je een tik, dat werd misprijzend “negerengels” genoemd. Als ik iets in het Sranantongo zei, antwoordde mijn oma altijd in het Nederlands.
De oma van mijn moeder was een blanke, joodse vrouw. Zij was welgesteld en bezat diverse panden en erven.
Oranje
Wij waren een kolonie van Nederland, ik ben onder de Nederlandse vlag geboren. Op het Oranjeplein in Paramaribo, dat heet nu het Onafhankelijkheidsplein, stond vroeger een groot standbeeld van koningin Wilhelmina. Dat beeld staat nu achter Fort Zeelandia.
“Heil u, vorstin! heil, koningin,” zongen wij vroeger uit volle borst op Koninginnedag en dan stonden we met vlaggetjes te zwaaien en zongen er nog drie coupletten van het Wilhelmus achteraan. Bij veel oudere Surinamers zie je nog altijd foto’s van het koningshuis aan de muur hangen.
Wij leerden over de plaatsen en provincies in Nederland en wat ze produceren. Over Johan van Oldenbarnevelt, over Hugo de Groot in zijn boekenkist en over de Oranjes en al hun huwelijken. Dat is allemaal blijven hangen.
Look around you people
If you look then you will see
How I and others have to live here together
But we want to live like you
We want to be happy
We are cast out of normal things
It shouldn’t be like this
Help to set us free
So that we can live
Together in peaceful harmony
There are ways to help us
Sometimes it seems like it’s impossible
But your voice can help us to live free
Here we are together you and me
Your freedom, peace, smile and love surrounds us
But how will it be tomorrow when you are gone
Not long ago I had a dream
I am documented, happy and freeGedicht van Letitia Valpoort
Dansen
Vroeger wilde ik graag balletdanseres worden, want ik had De notenkraker en het Zwanenmeer gezien op de zwart-wit tv van de buren. Zo mooi en sierlijk. Maar mijn moeder vond dat helemaal niks. Je gaat je lichaam toch niet tentoonstellen! Dat was een schande.
Pas vele jaren later, toen ik zelf al kinderen had, ben ik alsnog op ballet gegaan, op de balletschool van Gerda Zaandam en Percy Muntslag. Na zegge en schrijve twee jaar klassiek ben ik overgestapt op Latijns-Amerikaans dansen. Mijn passie achterna.
Na een administratieve opleiding, de middelbare handelsschool, werkte ik als secretaresse bij het Ministerie van Financiën. Om precies te zijn, bij de Belastingdienst, afdeling deurwaarderij.
In 1997 ben ik naar Nederland gekomen, dat is betrekkelijk laat. De meeste Surinamers reisden rond de onafhankelijkheid in 1975 naar Nederland. Ik woonde toen in Breukelen. Veel gewerkt, ik maakte bijvoorbeeld schoon bij Nyenrode.
Radicaal
Ik heb twee volwassen kinderen, een dochter van 46 en een zoon van 45. Mijn dochter heeft het ver geschopt, veel verder dan ik. Zij was eerst in Nederland en is later teruggegaan naar Suriname. Mijn kleinkind is mijn zonnestraal, mijn everything.
Met mijn zoon is het helaas verkeerd gelopen, hij is verslaafd.
Bij Surinamers ligt de opvoeding bij de vrouw. Ik ben opgevoed door mijn moeder en mijn oma. Je kunt dat in mijn geval gerust een militaristische opvoeding noemen. Je werd gedrild, je kreeg opdrachten en bevelen. Zelf heb ik dat anders gedaan, ik beschouw mezelf als een radicale moeder. Ik ben onder een vuurteken geboren en ik kan simpelweg niet tegen onrecht, dat verdraag ik niet.
Witte kinderen
Ik zou mezelf als vrolijk, spontaan en behulpzaam kenschetsen. Je kunt altijd een beroep op mij doen. Als ik kan helpen dan ben ik er, ook al kamp ik op mijn 69e inmiddels met twee versleten knieën.
In Nederland heb ik ook nog zes witte kinderen. Dat zijn kinderen die ik na school opving, ze zijn nu alweer een stuk groter. Kijk, hier bijvoorbeeld [Letitia laat op haar telefoon een foto zien van een lachende kerel in gevechtskleding], hij is nu eerste luitenant. Ik heb op ze gepast en ik heb ze verwend. Zij zijn een deel van mij geworden en ik van hen.
I? No we!
I, no we came from far away to live in Europe in the city called Amsterdam.
Look around you people, real citizens of Amsterdam, that I, no we, who you call undocumented, want to live free as you all, born or not in beautiful Amsterdam.
I’m not, no we are not undocumented, illegal, ignorant like some of you call and treat us.
I, no we are no outcasts, no pariahs living in the Netherlands.
I, no we are different of culture, language, colour, religion, food and habits.
I am, no we are small mosaic pieces in a big artwork called the universe.
Staying in a country where they don’t see, hear and know that we exist.
I am, no we are real living souls with a heartbeat just like you all, having voices, dreams, a life and also a future. So many things I, no we would like to do as you.
Don’t treat me, no us as outcasts, pariahs, personae non grata or what you will see, think of me, no us.
The same red blood that runs through your veins, runs through mine, no ours.
I am, no we are the beautiful flowers in this big field called Amsterdam.
I speak on behalf of myself, but also for us. The government and people around me, no us, despise and discriminate us. They forget that we are also part of this universe.
I am who I am and who I will and shall be, with all the others beside me, who want to live peacefully and free in this country just as you.
See me, hear me, help me, no us. Reach out now because we want to be and live free.
I have a dream that one day , no we all walk free as documented citizens in this big city as it should be.
Freedom for us all. I have a dream that one day I, no we shall live free!Gedicht van Letitia Valpoort
Op straat
Hartje winter 2000, ik had net mijn vader begraven, kwam ik terug in Breukelen en toen had mijn voormalige partner alle sloten veranderd en had ie een nieuwe vrouw. Toen sloegen bij mij alle stoppen door, ik ging door het lint. Politie erbij, toestanden. Ik stond op straat en ben naar de Zusters Augustinessen gegaan in Utrecht. Ik werkte toen in Lage Weide.
Mijn partner stond garant voor mij. De gemeente heeft contact met hem opgenomen over mij en hij heeft alles ingetrokken. Toen zijn mijn problemen met de IND begonnen. Al jaren ben ik nu ongedocumenteerd, ik heb inmiddels dozen vol dossiers, echt niet mooi.
Schaduwburger
Deze zwarte vrouw kan alles hebben, maar laat me er geen last van hebben. Persoonlijk ben ik al voor alles uitgemaakt: paria, outcast, lastpak, noem maar op. Daar wil ik mijn tijd niet meer aan verdoen. Maar het is natuurlijk wel erg dat een hele groep wordt weggezet. Als ongedocumenteerden, mensen zonder papieren, worden we beschouwd als een soort schaduwburgers. Maar wij zijn mensen tussen de andere mensen.
Gelukkig ben ik een inventief mens en op goede dagen leef ik dwars door mijn ongedocumenteerdheid heen.
Opvang
Nu zit ik hier aan de Anderlechtlaan, hiervoor zat ik in de Opvang Plantage Muidergracht. Ik heb een kamer voor mezelf, ik kan mijn gang gaan en ik ben God dankbaar voor mijn privacy. Je maakt hier je eigen eten. Surinaams eten is heel duur, eigenlijk is alles duur als je weinig hebt, zelfs de Dirk. Maar vlees eet ik niet. Ooit ben ik begonnen aan een slagersopleiding en weet je, runderen kunnen huilen en heel zielig loeien. Sindsdien eet ik geen vlees meer.
Je moet je tijd goed gebruiken. Ik schrijf gedichten en korte verhalen, ik schilder.
Doorgaan
Hoe ik de toekomst zie? Een mooie vraag. De laatste tijd ben ik er veel mee bezig. De minister kent alleen nog maar vertrek, verder niks. Maar ik ben een fighter, een warrior. You gonna miss the train, you gonna lose the battle. Wij zullen doorgaan! Weet je trouwens dat ik Ramses Shaffy wel eens tegenkwam? Ik maakte schoon bij uitgeverij Ambo Anthos en daar liep vaak iemand op straat te zingen. Beetje gekke vent, blauw hemd, witte strepen. Pas later zag ik hem op tv. Ik heb ook met de wijksafari van Adelheid Roosen meegedaan in de Bijlmer.
Je eigen weg zoeken is niet makkelijk, maar je moet door.
God
Ik houd van lachen. Daarom zie ik de toekomst toch niet mistig. Ik wil gewoon normaal leven op deze aardbol. Nu hier, maar als ik dood ben wil ik niet in Nederlandse bodem liggen. Ik wil op een correcte manier in Suriname ter aarde worden besteld.
De bijbel ken ik vrij goed. De kerk gaat meer om geld dan om het evangelie. Veel voorgangers zijn fake. Maar ik houd wel van God. God kent mijn sterke en zwakke kanten. Hij kent mijn hart en ik steek niks onder stoelen of banken. Ik verstoot niemand, ik vel geen oordeel. Wij zijn allemaal mensen.’
Letitia was eerder te gast bij onze Radio de Verbinding. Kijk hier om deze uitzending te beluisteren.