Nieuws

Kan niet bestaat niet

05 november, 2024

Iris Jane Stavinga heeft, naar eigen zeggen, lange tijd als een wildebras geleefd. Van haar begeleiders van Team Noord heeft ze onder meer geleerd dat het ook rustig en normaal kan. Haar woning staat nu op haar naam en binnenkort staat ze weer helemaal op eigen benen.

Tuttifruttidorp, een buurt in Tuindorp Oostzaan in Amsterdam Noord. Ooit was het een polder, later een klein vliegveldje en in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd er een woonwijk gebouwd waar alle straten naar vruchten zijn vernoemd. Iris heeft hier alweer negen jaar een eigen woning. Eerst stond die woning op naam van HVO-Querido en sinds kort op haar eigen naam.

Dankzij methadon

Iris Jane Stavinga (1974) is geboren en getogen in Amsterdam. Ze heeft, zoals ze zelf zegt ‘een pittige start’ gehad in haar leven. Haar ouders zijn allebei verslaafd aan heroïne. Haar moeder overlijdt als Iris vier jaar oud is en haar vader raakt al snel uit beeld.
‘Dat ik er ben, dat ik besta, komt door de methadon,’ vertelt Iris. ‘Want als mijn biologische moeder alleen maar heroïne was blijven gebruiken, was ze nooit zwanger geraakt. Ik heb nog even in een kindertehuis gezeten, daarna zijn de drugshulpverleners van mijn ouders mijn pleegouders geworden. Ik beschouw hen gewoon als mijn ouders, zij hebben mij opgevoed. Zij werkten in die tijd bij het HUK, dat was een soort dagopvang voor verslaafden in de Spuistraat. Wij woonden aan de Amsteldijk en we hadden ook een huis op Formentera, een Spaans eiland, een van de Balearen, net als Mallorca en Ibiza.

Iris Jane thuis met haar hondje Chickie

Iris Jane thuis met haar hondje Chickie

Artistiek

Als kind wilde ik balletdanseres worden. Ik zat op het Scapinoballet en trainde heel veel. Maar ik zat ook heel fanatiek op voetbal en ik raakte zwaar geblesseerd aan mijn voet. Toen kon ik het allebei niet meer doen, niet goed tenminste.
Mijn ouders bewogen zich in artistieke, creatieve kringen. In Spanje was onze ene buurman directeur van Scapino en een andere eigenaar van theater De Krakeling. Mijn ouders hadden het huis gekocht van Bert Schierbeek, de dichter. In die wereld ben ik opgegroeid.
Op de OSB in de Bijlmer zat ik met Wendy van Dijk in de klas. Nooit heb ik een opleiding afgemaakt.

Poortgebouw

Op mijn vijftiende kreeg ik voor het eerst met HVO te maken. Ik liep steeds weg van huis omdat mijn pleegouders losse handjes hadden en zo kwam ik terecht bij het Poortgebouw [van 1984 tot 1994 een nachtopvang van HVO voor jongeren aan de Weesperzijde, red.]. Dat was recht tegenover mijn ouders, daar zat alleen nog de Amstel tussen. Vanuit de opvang kon ik bij mijn ouders thuis het licht aan en uit zien gaan. Het Poortgebouw was afschuwelijk, er werd daar gestolen als de raven. Alles wat niet vastzat werd gepikt. Je mocht er maar een paar nachten per maand slapen.

Later heb ik overal en nergens gewoond en gezeten. Op kleine kamertjes in Oost, in opvanghuizen, in een crisiscentrum bij het Singel. Paul de Leeuw was daar mijn buurman, dat was feest, daar heb ik echt een leuke tijd gehad.

Dakloos

Op een gegeven moment woonde ik in de Van der Pekbuurt in Noord, dat kon je toen beter de Van der Crackbuurt noemen, zo erg was het. Afijn, toen werd ik dakloos vanwege mijn gewelddadige ex. Er was steeds ruzie, steeds geweld en stampij en de buren belden dan telkens de woningbouw. Kun je je dat voorstellen? Dan bel je niet de politie om te zeggen dat de buurvrouw voor de zoveelste keer in elkaar wordt geslagen, nee, dan bel je de woningbouw vanwege de herrie?!
Ik was in die tijd ook verslaafd, ik was echt een zware crackhead. Daar ben ik nu alweer zes jaar vanaf.

Boot

Op een gegeven moment had ik geen schulden meer en toen heb ik een boot gekocht om op te wonen. Zeven jaar lang heb ik in het Noorderkanaal gelegen. Niet met een officiële ligplaats natuurlijk, ik moest altijd blijven opletten en op tijd wegvaren. Dat was best wel een heftige tijd.
Toen ik dakloos raakte kreeg ik een postadres en zo kwam ik erachter dat mijn biologische vader al jaren daarvoor was overleden. Ik heb nog wel zijn graf bezocht, in Bussum. Zo heb ik toch nog een beetje afscheid kunnen nemen.

Kinderen

Ik heb drie kinderen. Een dochter van bijna achttien en twee zonen. De jongens zitten in een pleeggezin. Het gaat niet zo fijn met ze, maar we hebben wel contact. Mijn dochter komt binnenkort uit de jeugdzorg. Zij wil bij mij haar achttiende verjaardag komen vieren, dat lijkt me supergezellig. Dat mijn kinderen ook in de jeugdzorg zitten, is eigenlijk een soort vicieuze cirkel, daar heb ik best wel moeite mee.

Poppenhuisje

Toen ik op mijn boot woonde, ben ik via een veldwerker bij HVO-Querido terecht gekomen. Ik moest een paar keer op gesprek komen. Dat was onder andere met Hishaam [zorgcoördinator bij Team Noord, red.], echt een lieve man. Er was toen geen wachttijd, ik kreeg meteen dit huisje. Dat kwam goed uit, want ik lag in scheiding. Het huisje is zo klein, het is net een poppenhuisje. Maar ik heb wel een tuintje voor en achter, heerlijk. In de zomer en als het lekker weer is, dan leef ik buiten.
De woningbouw heeft het een tijd geleden opgeknapt, nou ja, zo heet dat dan. Dat was niet zo’n succes. Daarna was er heel veel kapot, en alles met een vrolijk kleurtje hebben ze grijs geverfd.

Woningruil

Sinds kort staat de woning op mijn eigen naam. Het ging bijna meteen fout, omdat mijn bewindvoerder de eerste huur niet naar de woningbouw heeft overgemaakt, maar nog naar HVO-Querido. Maar goed, ik ben nu bijna klaar met HVO-Querido. Begeleider Marianne Schurink houdt nog een jaartje een oogje in het zeil. Een veilig idee.
Het voelt alsof ik een periode heb afgesloten.
Mijn dochter zou wel bij mij willen komen wonen, maar we missen een kamer. Dus ik heb me ingeschreven voor woningruil. Ik ben benieuwd.

Durf

Heel lang heb ik een straatfobie gehad. Volgens mij was dat mijn reactie op alle sores. Op een gegeven moment zegt je lichaam: stop! De een wordt depressief en ik werd bang om naar buiten te gaan. Dat is nu gelukkig iets minder. Van mijn vakantiegeld heb ik een fatbike gekocht, nu durf ik weer een beetje.

Dieren

Ik woon hier met mijn hond, Chickie, en mijn drie katten, Luna, Solo Mio en Kereltje. Dat gaat heel goed samen. Bij mijn bewindvoerder heb ik een speciaal spaarpotje gereserveerd, voor als ze naar de dierenarts moeten. Dat moet je gewoon doen, vind ik, anders kun je beter geen huisdieren nemen. Ik geniet van mijn beestjes. Ik heb altijd beesten gehad. Mijn eerste huisdier was een rat, een hele tamme, die woonde in mijn jas. Ik heb hier zelfs nog kippen gehad.
Mijn pleegvader was echt een freak, die had pythons, leguanen.
Vroeger heb ik nog een tijdje schoongemaakt bij mevrouw Van Weelde, op de Poezenboot. Leuk mens was dat. En een gekke tijd.

Druk

Ik ben altijd bezig, ik houd van klussen. Hier in huis heb ik ook alles zelf gemaakt. Lang heb ik vrijwilligerswerk gedaan bij Flora 4 Life, klussen en tuintjes opknappen voor mensen in de buurt, maar dat werd me lichamelijk te zwaar. Nu schilder en behang ik alleen nog bij oude mensen die dat zelf niet meer kunnen.
De toekomst? Ik heb een leuke, lieve vent, een fijne relatie. Ik hoop dat wij samen nog lang van het leven kunnen genieten. Maar ik kwakkel erg met mijn gezondheid, hartafwijking, hernia’s, noem maar op, daar maak ik me wel zorgen over.

Volwassen

Van mijn begeleiders bij HVO-Querido heb ik geleerd dat het helemaal niet erg is om je eigen fouten te erkennen. En dat het ook gewoon lekker rustig en normaal kan. Ik heb altijd als een wildebras geleefd, dat is nu klaar. Het is nu tijd om een beetje volwassen te doen.
Ik heb ook geleerd om voor mezelf op te komen. Nu heb ik eindelijk een beetje rust in mijn kop.
Nooit opgeven is mijn beste eigenschap. Waar een wil is, is een weg en kan niet bestaat niet. Met die instelling kom je een heel eind. Ik doe mijn best.’

Iris was eerder te gast bij Radio De Verbinding van HVO-Querido. Kijk hier om naar deze uitzending te luisteren.

Deel dit bericht:

Iris

Meer lezen?

Bekijk dan al onze berichten.