Verhalen

Geluk in de vrije ruimte

12 september, 2022

Rolf Willigenburg (1970) is kunstenaar sinds zijn twaalfde. Hij woont nu ruim twee jaar via HVO-Querido in De Pijp, met begeleiding van ons Team Zuid. Hij zit boordevol plannen en is naar zijn gevoel op de goede weg.

Rolf groeit op de buurt van het Gooise Laren. ‘Echt een plaats voor schilders,’ vertelt hij op zijn kamer annex atelier. ‘Je hebt er alles, heide, bos, een heus centrum. Israëls, Mauve en andere schilders van de Larense school. Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik feitelijk uit Eemnes kom, een boerendorp daarnaast. Mijn moeder woont er nog altijd. Ik ben al ruim 25 jaar weg uit Het Gooi. Met mijn ouders ging ik vroeger vaak naar Amsterdam. Naar het Rijks, naar het Stedelijk, winkelen.

Rolf, foto Teun Berting

Rolf, foto Teun Berting

Ontruimd

In Amsterdam heb ik lang in de Spaarndammerstraat gewoond. Daar deed ik een schilderproject, maar dat werd stilgelegd. Het was een heel mooi pand, met een enorm panorama, maar dat ben ik helaas kwijtgeraakt vanwege overlast. De klassieke fout, ik nam gebruikers in huis. De huisbaas vond mij wel een geschikte vent, maar de buurt had er last van en ik kreeg de overlast niet weg. Het is een soort lawine, het kan allemaal in elkaar storten. Bij de ontruiming heb ik veel van mijn werk verloren.
Daarna woonde ik op de Vlaardingenlaan, dat was ook wel prima. Na passantenhotel Boerhaave kwam ik ruim twee jaar geleden hier terecht.

Rolf in zijn woning

Rolf in zijn woning

Netwerken

Abstinent zijn, dat wil ik niet. Ik zit in een heroïneregeling en dat bevalt me prima. Zo hoef ik niet de hele dag achter drugs aan te rennen. Echt een hele goede regeling, die verstrekking. Daarmee geef je mensen hun leven terug. Langzaamaan krijg ik alles weer op de rails. Schilderen ben ik natuurlijk altijd blijven doen. Maar er komt meer bij kijken. Als kunstenaar moet je zelf je PR doen, je moet netwerken. Daar heb je bijna een dagtaak aan. Want je moet ook nog schilderen natuurlijk. Af en toe doe ik een commerciële klus, voor een café of zo.
Weet je hoe ik ook een paar euro’s ophaal? Statiegeld. Overal staan flessen als je erop let. Veertig flessen is een tientje. Ik heb altijd veel op straat gelopen. Daar vind je van alles. Goeie spullen. Veel boeken bijvoorbeeld, die kun je makkelijk verkopen. Vroeger zette ik alles om in middelen. Toch zou ik mezelf geen genotzuchtig mens noemen.

Schilderij van Rolf

Schilderij van Rolf

Rietveld

In 2003 ben ik afgestudeerd aan de Rietveld, afdeling schilderen. Ik verkocht onder meer monochrome schrijversportretten, die ik maakte aan de hand van foto’s. Uitgever Bas Lubberhuizen heeft veel van mij gekocht. Voor JOOT, een boekhandel in de Jordaan, maakte ik portretten en andere dingen. Die zaak bestaat nu niet meer. Jammer, er waren vaak leuke lezingen en presentaties.
Al van jongs af aan wil ik schilder worden. Mijn vader zei: jongen, er is geen droog brood mee te verdienen. Dus ging ik naar het grafisch lyceum. Heel netjes. Tijdje als art director gewerkt bij een reclamebureau. Maar ik wilde iets anders. Ik wilde van gebonden naar autonome vormgeving. Zes jaar heb ik over de Rietveld gedaan. Tijdens mijn diploma-uitreiking zat ik vast. Waar is Rolf?, klonk het door de zaal. Die zit in de gevangenis! Ach, je kunt het maar beter luchtig zien.

Kunst van Rolf

Kunst van Rolf

Mijn ware ik

Als kind zat ik altijd te tekenen, ik kan me niet anders herinneren. Op mijn twaalfde wist ik het: ik ben beeldend kunstenaar. Dat word je niet, dat ben je. Of niet. Op mijn twaalfde had ik mijn ware ik gevonden, mijn identiteit. Dit ben ik. Toen voelde ik me voor het eerst volledig.
In mijn opvoeding werd ik heel vrij gelaten. Dat heeft positieve en negatieve kanten. Op de middelbare school, rond mijn dertiende, veertiende ging ik flink blowen en andere middelen gebruiken. Op de academie ben ik aangenomen op mijn talent, niet vanwege mijn schoolresultaten. Het meeste leer je op de academie van je medestudenten.

Kunst van Rolf

Kunst van Rolf

Muziek

Op de lagere school was ik dol op Anton Heyboer. Daarna raakte ik in de ban van Breitner, dat donkere impressionisme had ik toen al lief. Wat furore maakt in kunstenaarskringen, wie subsidie krijgt, daar wist ik nog niks van. Zo rond mijn veertiende ging ik veel naar Tagrijn, een poppodium in Hilversum. Daar maakte ik ook affiches voor. Zelf heb ik ook nog in een bandje gespeeld. Zingen, rappen en gitaar, maar dat was geen lang leven beschoren. Ik ben liever aan het schilderen.

Rolf, foto Teun Berting

Rolf, foto Teun Berting

Breed palet

Bij het scheppen heb ik een eigen signatuur, maar geen vaste vorm. Ik beoefen een mixture van stijlen. Nat in nat realisme, after nature, portretten, schetsjes met verf, collages, zeefdrukken, etsen, droge naald, abstract grafisch werk. Ik voel me niet gebonden. Soms ben ik wekenlang geboeid door bepaalde vormen en dan komt er weer iets anders. Vaak maak ik series, als een soort samples, maar dan met beeld.
Alles wat er op mijn pad komt, kan een bron zijn. TV, boeken, dingen op straat, citaten uit boeken en andere kunst. Maar ik kijk ook niet neer op realistische portretten.
Daarbij houd ik van allerlei technieken. Grafisch werk boeit me, zeefdrukken, etsen, droge naald.

Rolf met een zelfportret

Rolf met een zelfportret

Subsidie

Kunstenaar zijn in de kunstscene is een hard leven, een fulltime baan. Het is een kleine wereld waarin je jezelf voortdurend moet manifesteren. Kunst maken kost bovendien geld, dus moet je inkomsten generen en fondsen werven. Gek genoeg gaat verreweg het meeste subsidiegeld naar gerenommeerde kunstenaars, die het niet of nauwelijks nodig hebben. Maar ik wil niet zuur doen hoor, de kunstwereld is ook heel leuk. Je ontmoet veel mensen bijvoorbeeld, en daar zijn ook leuke, interessante mensen bij.
Een vriendin van mij maakt porselein, ik ken haar van de academie. Madonna is een van haar klanten, met haar gaat het heel goed.
Ik wil een straatacademie beginnen, schilder- en tekenles geven aan drop-outs. Natuurlijk wil ik goede werkruimte vinden. En ik ga subsidie aanvragen. Dat is een heel traject, voordat je groen licht krijgt. Maar ik ben op de goede weg.

Kunst van Rolf

Kunst van Rolf

Tijdloos

Het is moeilijk om te bepalen wanneer iets af is. Dat heeft met kijken te maken. Op een gegeven moment is een werk verzadigd. Dan is de boodschap duidelijk. Als je dan bijvoorbeeld meer details toevoegt, dan wordt het too much en niet beter.
Het is een kwestie van veel doen en doorgaan. Blijven oefenen, blijven schilderen. Vaak zit ik er na een uur of acht werken pas echt lekker in. Schilderen is ook verslavend, je krijgt er energie van. Na uren schilderen kom je in een soort tijdloosheid.

Schilderij van Rolf

Schilderij van Rolf

In onze tijd

De schilderkunst is al zo vaak dood verklaard. Ik zeg: leven het schilderen! Favoriete kunstenaars, dat vind ik altijd moeilijk. Lucian Freud heeft een hele mooie stijl van schilderen. Maar ik houd ook van geëngageerd werk. Ronald Ophuis heeft mooie en keiharde schilderijen gemaakt van Srebrenica. Heftige beelden, moeilijke kunst. Mooi of niet mooi is niet zo interessant. Iets gruwelijks kan ook mooi zijn. Je kunt iets lelijks heel mooi schilderen. Anselm Kiefer, Jonathan Meese, Gerhard Richter, ik houd van die Duitse traditie, veel geschiedenis. Soms choquerend, je voelt daar dat de wonden nog open zijn.
Ik ben niet speciaal een politieke schilder, maar als kunstenaar sta je in jouw tijd en dat registreer je. Voor mij is kunst geluk in de vrije ruimte.’

Schilderij van Rolf

 

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.