Nieuws

  1. HVO-Querido
  2. >
  3. Geen categorie
  4. >
  5. Ambulant team Wijkzorg

Ambulant team Wijkzorg

Tags:
10 mei, 2016

​De gemeente Amsterdam heeft de stad verdeeld in 22 wijken waar een breed palet aan zorg en ondersteuning wordt geboden door een groot aantal samenwerkende instellingen. In elk van deze wijken biedt het Ambulant team Wijkzorg van HVO-Querido ambulante woonbegeleiding.

In het fraaie pand aan de Baarsjesweg 258, waar het Ambulant team Wijkzorg kantoor houdt, en dat toegankelijk is voor alle ambulante werkers van HVO-Querido, vertellen teammanager Anita Doggen en maatschappelijk werker Mirjam Bonenberg enthousiast over hun werk.

Anita Doggen: ‘We hebben dertien persoonlijk begeleiders, kunnen samen met het ambulant team Psychiatrie gebruik maken van een ondersteunend begeleider, en een maatschappelijk werker. Samen verzorgen zij de begeleiding van 153 cliënten, die verspreid over de hele stad wonen. Wij hebben nu toevallig hier afgesproken, en je moet ook wel zoiets als een thuisbasis hebben en een adres is ook handig, maar onze medewerkers zijn verre van honkvast. Zij kijken waar hun klanten zijn en daar in de buurt werken ze. Ze gaan veel op huisbezoek en maken naast de Baarsjesweg gebruik van allerlei locaties van HVO-Querido: de Johan Huizingalaan, de Lizzy Ansinghstaat, het Robert Kochplantsoen, Mariendaal of de Ringdijkstraat. Het is maar net waar hun cliënten wonen.’

Mirjam Bonenberg: ‘We zien elkaar als compleet team eigenlijk alleen bij teamvergaderingen en eens in de paar weken organiseren we een borrel, dan komen we even bij elkaar en praten bij. Dat is ook nodig, want collega’s halen veel bij elkaar. Het vraagt dus ook een nieuwe vorm van collega zijn, je zit niet in hetzelfde kantoor.’
Anita Doggen: ‘Wij zijn nu bijna anderhalf jaar bezig en we bedienen behoorlijk wat meer klanten, ruim dertig, dan waar we subsidie voor krijgen. Wij willen in eerste instantie laten zien dat we het aankunnen en ook dat we de kanteling in de zorg omarmen. Bovendien is het een signaal dat we groeien.’

Andere aanpak

Mirjam Bonenberg: ’Wijkzorg vraagt om een andere aanpak en een andere houding van de begeleiders. Het is niet meer zorgen voor, maar zorgen dat. De klant heeft een vraag, een probleem, een kwestie en onze begeleider kijkt wat ervoor nodig is om daar een passend antwoord op te vinden. Hoe gaan we dat aanpakken? En hoe kan het netwerk van de klant daar een rol in spelen? Is er bijvoorbeeld iemand in de buurt die dat kan doen? Dat is best even wennen, als hulpverlener ben je toch gauw geneigd om het zelf even snel te regelen en te doen. Maar onze begeleiders hebben simpelweg niet de tijd om de cliënt telkens weer dat werk uit handen te nemen. Dus kun je beter wat tijd investeren, bijvoorbeeld door het de cliënt zelf te leren of er anderen bij te betrekken om tot een goede oplossing te komen. Samen met de klant kijken we ook naar informele zorg. Is er misschien een vrijwilliger, buurman, vriendin of iemand van de familie die hierbij kan helpen? Soms is dat voor cliënten een eye opener. Goh, kan dat ook?’

Anita en Mirjam

Anita en Mirjam

Op hun handen leren zitten

Anita Doggen: ‘We zijn nu bezig om een opleidingsplan te maken. Daarvoor hebben we onze mensen gevraagd wat ze aan training nodig hebben, wat ze missen. Daar zien we deze andere manier van werken ook in terug. Professionals moeten iets meer leren om op hun handen te zitten in plaats van meteen in actie te komen. Dat is overigens iets heel anders dan werk afschuiven. Je moet steeds goed inschatten wat je als professional doet en wat niet. Niet omdat we dat niet willen of kunnen. Het gaat erom wat helpt. Waar is de cliënt het meest bij gebaat? Kunnen terugvallen op iemand uit je eigen omgeving, is voor veel mensen prettiger dan leunen op een professionele kracht.’
Mirjam Bonenberg: ‘Cliënten zijn vaak beschadigd en kwetsbaar en hebben vaak het idee dat hun familie ze niet meer wil zien. Vaak is dat onterecht, dan moeten we dat idee doorbreken. Maar soms is dat ook zo, dan zorgen familieleden al een hele tijd voor een cliënt en gaat dat niet meer, dan zijn ze moe. Samen zoeken we dan naar een andere oplossing.’

De typische wijkzorgcliënt

Anita Doggen: ‘Wijkzorg is geen zorgprogramma, onze cliënten hebben niet één specifieke problematiek of beperking. De enige overeenkomst is dat onze cliënten allemaal zelfstandig wonen, in hun eigen huis, op hun eigen naam, en daar een bepaalde mate van ondersteuning bij nodig hebben. Er is geen typische of gemiddelde wijkzorgklant, maar ik waag toch een poging. We hebben veel slimme mensen, kunstzinnige types, creatievelingen, muzikanten. Misschien iets meer autisten dan gemiddeld. Meer mannen dan vrouwen. Veel mensen met volle huizen, inclusief een paar verzamelaars. Veelal bijzondere mensen, die behoorlijk uitgesproken zijn, weinig grijze muizen, om het zo te zeggen. We hebben iemand die zijn hele huis gifgroen heeft geverfd, iemand die een complete schoorsteenmantel heeft gemaakt van aanstekers en iemand anders die al zijn kamers vol spreuken heeft hangen. Ze hebben wel allemaal een bepaalde mate van zelfredzaamheid, anders zouden ze niet zelfstandig kunnen wonen. Dus bij psychiatrische klachten is de behandeling meestal behoorlijk op de achtergrond. De meesten hebben een roerig leven achter de rug.’

Op- en afschalen

Mirjam Bonenberg: ‘Het contact met de klant kan van korte of van langere duur zijn. Soms is het een kwestie van een steuntje in de rug, even de boel op de rit zetten, bijvoorbeeld bij een ex-cliënt die een terugval heeft gehad. Maar er zijn ook mensen die altijd een bepaalde mate van zorg nodig hebben. Maar ook bij hen is het idee, zolang dat kan, afschalen. En als de situatie daar om vraagt, kunnen we ook weer opschalen en tijdelijk meer zorg leveren. De cliënt bepaalt de hulpvraag, onze ondersteuning is en blijft vrijwillig.’

Samenwerking

Anita Doggen: ‘Wijkzorg lever je niet alleen, maar samen met andere disciplines zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen en thuiszorg. De meeste persoonlijk begeleiders hebben vaste wijken, waarin ze deelnemen aan netwerkbijeenkomsten. Ze kennen alle relevante spelers in hun wijk en kunnen daardoor snel schakelen. Ze weten wat er speelt in de wijk. Onze persoonlijk begeleiders zijn bovendien generalisten die van alle markten thuis zijn.’

De typische wijkzorgmedewerker

Mirjam Bonnenberg: ‘Net zo min als dat bij de klant het geval is, bestaat de gemiddelde wijkzorgmedewerker, maar ook ik zal een poging wagen. Het is een allround professional die heel zelfstandig kan werken en alles wil en kan oppakken. Iemand die net zo makkelijk een beschikking regelt voor een cliënt als een presentatie geeft op een netwerkbijeenkomst. Het is iemand die heel goed informatie kan delen, geduldig en doortastend is. Het zijn mondige en taakvolwassen mensen die zelf heel veel dingen kunnen regelen. En mensen die alle doelgroepen kunnen bedienen en daar goed mee om weten te gaan, of de problematiek psychosociaal of psychiatrisch van aard is, of het nu om individuele volwassenen of om gezinnen gaat.’

Anita Doggen: ‘De aspecten waar het bij de begeleiding om draait, verschillen inhoudelijk niet van andere voorzieningen. Het leven is ook in de wijk meer dan eten en onderdak. Activering en zingeving zijn voor ieder mens heel belangrijk. Onze klanten willen doorgaans net zo’n normaal bestaan leiden als ieder ander, inclusief de kleine dingen die het leven prettig maken.’

Deel dit bericht:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze berichten.