In verband met deze dag steken we slachtoffers van mensenhandel een hart onder de riem te steken.
Bij deze een persoonlijk relaas:
Ik ben slachtoffer van een loverboy. Ik was 17 toen ik hem leerde kennen. Ik was heel erg onzeker over mezelf. Bijvoorbeeld omdat ik gepest werd. Hij was lief voor me. Ik kreeg steeds meer ruzie met m’n ouders dus liep ik weg. Ik ging bij hem wonen. Hij gaf me van alles. Ik zag geen gevaar.
Hij veranderde. Hij werd agressief. Hij sloeg me vaak. Hij kon boos worden om de kleinste dingen. Hij schold me dan ook uit en hij schreeuwde tegen me. Toch kon hij soms nog lief zijn.
Hij heeft mij seksueel misbruikt. Ik dacht dat dit normaal was. Later dwong hij me om in de prostitutie te werken. Hij zei dat ik dit zelf wilde en dat hij geld van mij tegoed had.
Ik schaamde me en ik voelde me nog viezer. Ik dronk de pijn weg. Ik was verslaafd. Hij bedreigde me dagelijks. Ook zou hij foto’s van mij in lingerie aan mijn familie laten zien als ik weg zou gaan. Ik durfde niets te doen. Wie zou me geloven?
Het geld dat ik verdiende ging naar hem. Ook veel geld van m’n bankrekening. Bij elkaar heeft hij ongeveer 10.000 euro aan mij verdiend. Ik had geen cent. Ik heb ook een tattoo met zijn naam op mijn lichaam staan.
Ik was inmiddels best lang bij hem. Ik ging eraan kapot. Ik had lichamelijke klachten door het geweld. Ik was depressief en ik sneed mezelf. Ik trok dit niet langer. Ik was bang dat ik het niet zou overleven. De politie heeft mij naar een veilige plaats gebracht.
Toen kwam ik in de opvang. Op een geheim adres. In het begin was dat niet makkelijk. Je leven staat stil. Ik was depressief. Ik sneed mezelf. Mensen in mijn omgeving waren bang dat ik zelfmoord zou plegen.
Ik voelde me vies en ik schaamde me. Ik zorgde niet goed voor mezelf want ik vond niet dat ik dat waard was. Eigenlijk haatte ik mezelf.
Continu werd ik aan hem herinnerd. Ik had nachtmerries. Ook zag ik telkens beelden terug. Ik heb een posttraumatische stress stoornis. Ik was mijn identiteit helemaal kwijt. Ik had anorexia nervosa. Hierdoor vluchtte ik voor de pijn.
Ik was ook totaal niet zelfstandig. Ik kon bijvoorbeeld niet koken en ik wist niets van het huishouden. In de opvang hielpen ze me om mijn leven weer in te richten.
Het contact met mijn familie en vrienden werd beter. In de ochtend drinken we koffie met de andere vrouwen. Er zijn vaak dagactiviteiten. Iedereen moet op tijd binnen zijn.
Ik moest compleet anders leven. Als iemand me ergens voor uitnodigde moest ik vaak afzeggen. Omdat ik op tijd binnen moet zijn of omdat veel plaatsen niet meer veilig zijn. In het begin vond ik dat moeilijk.
Ik heb ervoor gekozen om aangifte te doen. Dat is best heftig. Je moet dan een paar keer terugkomen en alles in details vertellen.
Ik krijg ook therapie om het verleden te verwerken. Ik kreeg bijvoorbeeld EMDR. Daarmee kunnen mijn trauma’s worden verminderd. Ook leer ik om weerbaar te worden.
Ik heb geprobeerd om op mezelf te wonen. Ik was kwetsbaar voor de verkeerde mensen. Ik ging terug naar de opvang.
Toen ik langer in de opvang was vond ik de structuur fijn. Ik ben een stuk zelfstandiger geworden. Ook raakte ik gewend aan de huisregels. Ik ben beter voor mezelf gaan zorgen. Ik ben niet meer verslaafd en ik eet een stuk beter.
Ik realiseerde me nu hoe beschadigd ik was en hoe heftig het allemaal was. Ik heb weer een eigen identiteit. Ik haat mijn ex. Maar zijn naam staat nog steeds op mijn lichaam. Ook heb ik nog steeds lichamelijke klachten.
Ik let nu altijd op welke kleding ik draag. Ik wil niet de verkeerde indruk geven. Zo is de kans kleiner dat mannen op de straat me op een vervelende manier aanspreken. De angst dat ik hem tegenkom blijft denk ik altijd bestaan. Waar ik ook heenga.
Ik ga soms weer naar school. Ik voel me nog vaak rot en ik kan me slecht concentreren. Ik kan nog niet 100% van de leuke dingen genieten. Ik ben blij met de mensen die me steunen en begrijpen. Ik weet dat er mensen zijn die van me houden.
Ik heb tijd nodig om de pijnlijke herinneringen te verwerken. Maar ik zie mijn toekomst positief. Langzaam vul ik m’n leven weer in.