Verhalen

Aan de slag op IJburg

14 augustus, 2012

Het Martien Schaaperhuis van HVO-Querido op IJburg biedt plaats aan zestig bewoners. Ruim 80% van de bewoners heeft gedurende enkele dagdelen per week een zinvolle dagbesteding. Een aantal van hen werkt in het restaurant De Steigerstek, dat in het huis is gevestigd.

Jan Ekkelboom (Amsterdam, 1953) woont vanaf de opening in 2008 in het Martien Schaaperhuis. ‘Hiervoor woonde in een tijd in De Veste, daar werkte ik ook al in de keuken. Het is mooi werk, bij elkaar doe ik het al weer twaalf jaar. Mijn vader was binnenvaartschipper. Ik heb eerst bij mijn vader gewerkt, later ben ik naar de zeevaartschool gegaan in Vlissingen, daar heb ik al mijn papieren gehaald. Ik heb 25 jaar gevaren bij de calamiteitendienst van de kustwacht in Den Helder. Als een schip in nood was op het Engelse Kanaal of de Noordzee dan kwamen wij in actie. Je woont aan boord, drie maanden op, drie maanden af. Zwaar werk? Het licht eraan, je wacht af tot het alarm gaat en dan is het soms stevig aanpoten, het is best een groot gebied. Op een gegeven moment ben ik afgekeurd vanwege suikerziekte. Eind jaren tachtig ben ik bij HVO-Querido gekomen.

Dolletje

Het warme eten is hier goed, hier wordt elke dag alles vers gekookt. Ik heb geen voorkeur, ik eet alles: rijst, bami, roti, aardappelen. Het maakt mij ook niet uit wat we maken. Ik moet wat om handen hebben. Ik werk nu vier dagen per week bij De Steigerstek. Je hebt vaste dagen en soms spring ik ook nog bij, als ze het vragen en ik ben in huis. Het is gezellig om te werken. Meestal zijn we met zijn vieren, je maakt eens een praatje en af en toe een dolletje. Het restaurant loopt goed, veel mensen die hier wonen, eten hier en we hebben ook veel gasten van Basic Wheels, dat is een werkproject hier om de hoek. We hebben eigen kleding van De Steigerstek en zelfs een vest voor in de winter.

Jan Ekkelboom

Jan Ekkelboom

Vissen

Verder doe ik niks, behalve vissen en voetbal kijken. ’s Avonds kaarten we wel eens en er worden ook uitstapjes georganiseerd. Vissen mag ik graag doen, een stuk aas aan de lijn en kijken wat er hapt. We gaan in de zomer met zijn allen zeevissen, dat organiseer ik. Dat deden we in De Veste ook al. In juni gaan we weer. Volgende week ga ik met vakantie, naar Noorwegen.
IJburg is prima hoor, je zit zo in de stad, het is tien minuten met de tram en die gaat om de vijf minuten, als die rijdt natuurlijk. Ik heb een mooie kamer en ik kan prima overweg met de begeleiding. Op mezelf wonen is niks voor mij, dan komen de muren op me af, ik heb graag wat mensen om me heen. Ik ben hier kind aan huis.’

Soepeler

Sonia Dalloesingh

Sonia Dalloesingh

Sonia Dalloesingh (Amsterdam, 1980) woont ruim drie jaar in het Martien Schaaperhuis. ‘Mijn moeder komt uit Brits Guyana, mijn vader is Surinaams. Ik heb tien broertjes en zusjes van drie verschillende vrouwen, daar ga ik allemaal mee om, zij zijn een echte steun voor mij. Mijn vader heeft een eigen café in de Indische buurt.
Ik woon hier vanaf het begin, toen was het net een paar weken open. Daarvoor kwam ik veel bij de Flierbosdreef, ik ben een gebruiker geweest. Dat heb ik nu niet meer nodig, het is gewoon giftige shit, weet je. Ik ben afgekickt Maar ik heb nu mijn langste tijd gehad hier, ik ben net met een van de begeleiders bij een woning wezen kijken, ik ga binnenkort op mezelf wonen. Ik voel me nu veel soepeler dan toen ik hier kwam.

Proeven

Als kind wilde ik zuster worden, maar dat is er nooit van gekomen. Ik heb op de Panta Rhei school gezeten in Amstelveen, VMBO, daar heb ik ook een diploma van. Je kon daar van alles proeven om te kijken wat je het meest ligt, techniek, verkooppraktijk, etaleren, koken. Ik heb verzorging gekozen. Ik heb daar veel geleerd, daar heb ik nog altijd profijt van. Daarna ging ik naar het kort middelbaar beroepsonderwijs, maar toen begon ik eigenwijs te doen en ben ik er af gegaan. Mijn vader wilde dat ik in het café kwam, maar ik wilde mijn eigen dingen doen en toen ben ik met drugs in aanraking gekomen en in de fout gegaan. Nu ben ik heel braaf. De begeleiding is heel streng voor mij, dat helpt natuurlijk wel, ik ben heel tevreden over ze.

Ruimte

Ik ben weer begonnen met leren, zolang het maar zonder rekenen is, ga ik graag naar school. Het is heel gek, als je lang niks meer doet met je hoofd ontstaat er een soort rust en ruimte, waardoor je weer aan de slag gaat. Dus van luiheid word je eigenlijk vlijtig.
Nu wil ik juist al mijn zintuigen gebruiken, in plaats van ze kapot te maken met drugs. Nu ben ik alleen nog verslaafd aan thee met limoen. Ik vind het heerlijk om dingen te doen, een mens is ervoor gemaakt om bezig te zijn. Ik wil de goede kant op, leuke en gezonde dingen doen.

Aardige kant

Van het begin af aan werk ik in het restaurant. Eerst elke dag, nu twee dagen per week. Werk is heel leerzaam. Ik heb ook de TOED-opleiding gehaald, dat is om je verhaal als ervaringsdeskundige in te zetten om andere mensen te helpen. Begrip tonen, goed luisteren. Dan moet je ook je eigen verhaal vertellen en presenteren aan groepen. Als je je ervoor interesseert, kan een kind de was doen. Dat was aan de Hogeschool van Amsterdam, dat is toch behoorlijk hoog.
Het leuke aan werk is omgaan met je collega’s. Ik heb best wel een zwak voor mensen. Als ik eenmaal een aardige kant van iemand heb gezien, dan blijft dat hangen, dan houd ik dat vast. Ik wil omgaan met mensen die serieus bezig zijn.

Verder zing ik in een band, de Space Cowboys, we oefenen bij het Ei-complex aan de Wenkebachweg. Ik zing rocknummers met een R&B-tintje. Ik dans en breakdance bij de sportschool en ik doe een cursus hiphop. Dat is vlakbij mijn nieuwe huis, dat komt goed uit.’

 

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.